Vargueño
Een gekoesterd 17e-eeuws verzamelobject
door Marie Becuwe
Een van de topstukken van de tentoonstelling Het Bureau(nog tot 12.09.2021 te bezichtigen) is ongetwijfeld de vargueño, een vroeg 17e-eeuws Spaans schrijfmeubel. Voor dit meubel in 1914 in onze collectie terechtkwam, was het in het bezit van minstens twee verzamelaars uit de 19e eeuw en diende het daaraan voorafgaand mogelijk in een gerechtsgebouw.
Escritorio de Salamanca
De vargueño, oorspronkelijk bekend onder de naam escritorio de Salamanca, bestaat bij dit exemplaar uit twee op elkaar gestapelde houten kisten, waarbij het neerklapbare voorblad van de bovenste kist dienst deed als schrijftafel. De binnenkant is uitgewerkt in de Spaanse mudejarstijl, die christelijke en islamitische invloeden combineert. Verguld houtsnijwerk en ivoren inlegwerk versieren de vele lades en kastdeurtjes, die zijn geschikt als de gevel van een barok gebouw.
De vargueño is een van de meest karakteristieke meubeltypes uit de Spaanse renaissance en barok. Vanuit Castilië verspreidde het meubel zich in de loop van de 16e eeuw over het Iberisch schiereiland. Het populaire meubel werd hoofdzakelijk door de burgerij en de lagere adel gebruikt als ‘reizend bureau’. Dankzij smeedijzeren handvaten waren de kisten namelijk vrij gemakkelijk te verplaatsen. Vargueños werden vaak aangetroffen in de kantoren van zakenlui en notarissen. Conquistadores en missionarissen zeulden de schrijfkist mee tijdens hun reizen naar ‘de Nieuwe Wereld’. Het meubel nam in Latijns-Amerika nieuwe gedaantes aan onder invloed van inheemse culturen. Kenmerkend voor deze varianten zijn de traditionele houtbewerkingstechnieken en de meer gevarieerde, soms figuratieve voorstellingen.
Het Maison dite de la Reine Bérengère, ca. 1910 © Neurdein, privécollectie
Adolphe Singher
In de 19e eeuw was het bijzondere meubeltype nog steeds geliefd. De productie van kopieën floreerde en de historische exemplaren vonden vlot hun weg naar private en openbare kunstcollecties. De vargueño in de collectie van Design Museum Gent maakte in de 19e eeuw tot in 1912 deel uit van de collectie van Adolphe Singher (1836-1910), de directeur van een verzekeringsmaatschappij in de Franse historische stad Le Mans. Adolphe Singher had een voorliefde voor objecten uit de middeleeuwen en de renaissance. Zijn collectie omvatte beelden, metalen voorwerpen, wandtapijten, meubelen, houtsnijwerk, smeedwerk en gebouwfragmenten. Hoogstwaarschijnlijk kocht hij de vargueño tijdens een van zijn zakenreizen in Spanje. Hij runde namelijk niet alleen in Le Mans maar ook in Madrid een verzekeringsmaatschappij. Op een van de lades van de vargueñobevindt zich een etiket met het wapenschild van de regio Castilië en León en het gedeeltelijk leesbare opschrift ‘Juzgado de […] Palencia’. Dat doet vermoeden dat het meubel toebehoorde aan een rechtbank in de Spaanse stad Palencia voor het in de collectie van Singher terechtkwam.
Adolphe Singher profileerde zich als een beschermer van lokaal en nationaal erfgoed. Als verzamelaar en oudheidkundige droeg hij bij tot de bewaring, studie en herwaardering van kunstwerken en antiquiteiten. Daarenboven ijverde hij als lid van de Société historique et archéologique du Maine voor het behoud van monumenten en pittoreske stadsgezichten. In 1891 voegde hij zelf de daad bij het woord. Hij kocht drie leegstaande vakwerkhuizen uit de 15e en 16e eeuw in het centrum van Le Mans en onderwierp ze aan een ingrijpende restauratie. In één van de middeleeuwse huizen, dat bekend stond als het Maison dite de la Reine Bérengère, bracht hij zijn collectie onder.
Bezoek uit Gent
Om zijn verzameling onder de aandacht te brengen en historische studie te stimuleren, stelde Adolphe Singher zijn privémuseum open voor publiek. Binnen- en buitenlandse (kunst)historici, oudheidkundigen, kunstenaars en andere geïnteresseerden kwamen zich vergapen aan de zorgvuldig opgestelde collectiestukken, waaronder de vargueño. Zo verwelkomde Singher in september 1899 de neogotische Gentse Gilde van St.-Thomas en St.-Lucas, die op studiereis was in de vallei van de Loire. Na een verbroedering met de lokale oudheidkundige vereniging leidde hij zijn gasten rond in het middeleeuwse pand. Volgens een verslag van de Gentse architect Louis Cloquet waren alle ruimtes, met inbegrip van de zolders, de kelders en de binnenplaatsen, overladen met historische objecten. Singher wees zijn publiek onder meer op een 15e-eeuwse gebeeldhouwde balk, een 16e-eeuws Vlaams wandtapijt, een grafmonument en een bisschoppelijke preekstoel. In de overwelfde kelder kregen de bezoekers na afloop een maaltijd voorgeschoteld door bedienden in historische kostuums. Hoewel Cloquet de vargueño niet expliciet vermeldde, geeft zijn verslag een mooi beeld van de context waarin de schrijfkist fungeerde voor ze in Gent verzeilde.
Fernand Scribe
Twee jaar na het overlijden van Adolphe Singher werd de collectie van het Musée Singher openbaar verkocht. De veiling in het Parijse veilinghuis Hôtel Drouot op 22 mei 1912 trok de aandacht van vele geïnteresseerden, onder wie de in Parijs gevestigde kunsthandelaars Oscar Stettiner en Jacques Seligmann, de Franse archeoloog Théodore Reinach en… de Gentse kunstschilder, verzamelaar en mecenas Fernand Scribe (1851-1913). Mogelijk verbleef Scribe in mei 1912 in Parijs ter gelegenheid van de Salon, een van de belangrijkste kunstevenementen van het jaar. Reeds als twintiger hield hij ervan om tijdens die jaarlijkse uitstappen naar de Franse hoofdstad een bezoek te brengen aan Hôtel Drouot, waar dagelijks veilingen plaatsvonden. Volgens een geschreven nota in de veilingcatalogus van de collectie Singher kocht Scribe de vargueño voor 2100 frank.
Fernand Scribe had een nauwe band met het Gentse Museum voor Sierkunst, vandaag Design Museum Gent. In 1903 was hij zelfs nauw betrokken bij de oprichting ervan. In zijn testament uitte hij de wens dat de meest waardevolle stukken uit zijn collectie na zijn dood een plek zouden krijgen in verschillende Gentse musea. Op die manier kwam een groot deel van zijn schilderijencollectie begin 1914 in het Museum voor Schone Kunsten terecht. Het Museum voor Sierkunst ontving vooral meubelen, textiel en objecten uit keramiek, koper, brons en tin. Bij de verhuis van het museum naar Hotel De Coninck in 1922 kreeg de vargueño een plek in de vaste collectiepresentatie.
Bronnen
- Louis Cloquet, “La gilde de St.-Thomas et de St.-Luc au Mans et dans la Sarthe”, Revue historique et archéologique du Maine, 1899, pp. 261-275.
- Lieven Daenens, “Museum voor Sierkunst Gent”, OKV, jg. 31, nr. 4, 1993.
- Daniël Levoyer en Claude Goisedieu, “La dynastie des Singher”, La Vie Mancelle & Sarthoise, nr. 425, 2012, pp. 32-39.
- Monica Piera Miquel, “La colección de escritorios de Salamanca o bargueños del Museu de les Arts Decoratives de Barcelona”, Mueble, jg.16, 2012, pp. 18-23.
- S.n., Collection de feu M. Adolphe Singher, Parijs, 1912.
- Monique Tahon-Vanroose, De vrienden van Scribe. De Europese smaak van een Gents mecenas, Antwerpen, 1998.
- Nathalie Zimmern, “A Peruvian Bargueno. Colonial variation on the European writing cabinets”, Gazette des Beaux-Arts, jg. 6, nr. 89, 1947, pp. 109-122.
- “Le musée de la Reine-Bérengère”, www.lemans.fr
Met dank aan Carole Hirardot en Caroline Philipsen-Mulsant.